In mijn jeugd hadden wij een zalige traditie! Iedere woensdagmiddag werd er gebakken: om en om waren er pannenkoeken, warme wafels of gewone wafels! Vaak waren deze zoetigheden dan ons avondeten. Zalig gewoon, het huis rook lekker, wij kids keken tv – want op woensdag mocht dat vroeger dan op andere dagen – en mama riep als er een wafel klaar was. Ik vond dit zo’n leuke (of lekkere traditie) dat ik die verder zette toen we zelf een zoon kregen (nu bijna 16 jaar geleden).
Ik moet eerlijk toegeven dat er weken zijn waarin ik deze drie lekkernijen niet bak. Soms kiest zoonlief voor een cake, muffins, hartjeswafels… of iets anders en als we daar op woensdag dan nog van over hebben is een tweede zoetigheid misschien wat veel (als je verstandig moet zijn als moeder toch).
De warme wafels dan, die bakte ik gisteren en het is een recept dat niet zo gekend is. Met trots mag ik zeggen dat papa in het begin van zijn carrière bij Nova werkte in Tongeren. En dit is een van de recepten die thuis werden getest én goedgekeurd. Ik hoor al veel mensen denken: warme wafels? bedoelt ze “Brusselse wafels”? Nee! Voor Brusselse wafels heb je een speciale vorm nodig. Onze warme wafels zijn ook minder knappend en poreus dan die befaamde Brusselse. We werken ze wel af met poedersuiker en we eten ze onmiddellijk (en dus warm) op als ze uit het wafelijzer komen. Het allerleukste aan dit recept is dat je de hoeveelheid beslag niet in één keer op krijgt als je met 3 of 4 bent. De wafels zijn afgekoeld nl. niet zo lekker, ze verliezen hun krokant “jasje”. Lekker decadent kan je dus als ontbijt een portie wafels eten (tenzij je maag daar wat moeite mee heeft omdat het wat zwaar kan vallen) of als je thuiskomt na school zeker met deze herfsttemperaturen! Wij eten als avondmaal 2 dubbele wafels (zie foto) en als ontbijt of vieruurtje 1 dubbele wafel.
Nu ga ik jullie snel het recept geven, aangezien ik gisteren merkte dat mijn handgeschreven recept helemaal begint te vervagen en we hebben “ons” recept nooit meer teruggevonden bij andere wafelijzers.
Benodigdheden
- 500 g bloem (of meel)
- 1 zakje bakpoeder
- 0,5 l melk
- 0,5 l water (liefst bruisend)
- 250 g boter (of bakboter)
- 175 g suiker
- 3 eieren
- snuifje zout
Werkwijze
klop de eieren met de suiker tot een schuimige massa. Voeg de melk toe en meng alles tot een vloeibaar geheel. Voeg stap voor stap het meel, de bakpoeder en het snuifje zout toe. Smelt de boter en giet die al roerend bij het beslag. Als laatste voegen we het bruiswater toe, zodat het beslag luchtig wordt.
Warm je wafelijzer en vet het in met een beetje boter. Giet een lepel beslag op iedere helft, sluit je ijzer (en geniet van de geur). Let op dat je niet te veel beslag in je ijzer giet, want het loopt er uit en geeft een enorme knoeiboel. Ik heb nog altijd keukenrol naast me staan, want één van de wafels loopt wel eens over. Haal je wafel uit het ijzer, bestuif het met poedersuiker (bloemsuiker) en je bent klaar!
Het enige nadeel aan dit recept is dat je niet allemaal tegelijkertijd kan eten. Maar op woensdag als de kids tv-kijken is er niks leukers dan met een bordje op de schoot voor de tv te smullen. De overschot van het deeg bewaar je gewoon in de koelkast tot de volgende dag.
Wat is jouw favoriete wafelrecept?